Theorieboek voor het bromfiets rijbewijs - page 21

21
Het complete verkeerstheorieboek
Bromfiets-theorie
Algemene bepalingen verkeerswetgeving
A
Aanhangwagen
Een voertuig dat door een ander voertuig wordt voortbewogen of kennelijk bestemd
is om aldus te worden voortbewogen, alsmede opleggers.
Ambulance
Eenmotorvoertuig ingericht en bestemd voor ambulancevervoer. Het zijn voorrangs-
voertuigen als zij gebruik maken van optische en geluidssignalen, te weten een
blauw zwaai- en knipperlicht en een tweetonige hoorn.
Autobus
Eenmotorvoertuig ingericht voor het vervoer vanmeer dan 8 personen, de bestuurder
niet meegerekend. Bestuurders van een autobus hebben rijbewijs D nodig.
Lijnbus
Eenmotorvoertuig ingericht voor het verrichten van openbaar vervoer in de zin van
de wet ‘personenvervoer 2000’.
T-100 bus
Een bus die in aanmerking komt voor een maximumsnelheid van 100 km/u.
Zo’n bus heeft geen staanplaatsen en heeft een extra hoog beschermingsniveau.
Personenauto
Een motorvoertuig op drie of meer wielen dat niet is ingericht voor het personen-
vervoer van meer dan 8 personen. Bestuurders van een personenauto hebben een
rijbewijs B nodig.
Bestelauto
Een motorvoertuig bestemd voor vervoer van goederen. De maximaal toegestane
massa mag niet meer bedragen dan 3500 kg.
Brommobiel
Een bromfiets opmeer dan twee wielen, voorzien van een carrosserie en herkenbaar
aan het bordmet een rode randmet het getal 45 en de gele bromfietskentekenplaat.
Bestuurders van een brommobiel hebben een rijbewijs AM4 nodig.
Bromfiets
Een voertuig op twee wielen met een constructiesnelheid van maximaal 45 km/u.
De toegestane maximumsnelheid voor bromfietsers bedraagt 45 km/u op rijbanen
zowel binnen als buiten de bebouwde kom. Dit geldt ook voor brommobielen.
Bestuurders van een bromfiets hebben een rijbewijs AM2 nodig en hebben een
helmplicht.
VOERTUIGEN
MOTORVOERTUIGEN
OVERIGE / DIVERSE
VOERTUIGEN
WAGENS
ALLE GEMOTORISEERDE VOERTUIGEN BEHALVE
SNORFIETSEN, BROMFIETSEN, FIETSEN MET TRAP-
ONDERSTEUNING EN GEHANDICAPTENVOERTUIGEN,
BESTEMD OM ANDERS DAN LANGS RAILS TE
WORDEN VOORTBEWOGEN.
AANHANGWAGENS,
BESPANNEN WAGENS
(PAARD EN WAGEN)
ONBESPANNEN WAGENS
(HANDKAR)
GEHANDICAPTENVOERTUIGEN
ZONDER MOTOR,
FIETSEN, TRAM,
TREIN EN METRO
1...,11,12,13,14,15,16,17,18,19,20 22,23,24,25,26,27,28,29,30
Powered by FlippingBook