29
Het complete verkeerstheorieboek
Auto-theorie
Algemene bepalingen verkeerswetgeving
A
Uittreksel Hoofdstuk A.
Verkeer: alle weggebruikers, dus iedereen die gebruik maakt
van de weg. Let op: ook voetgangers.
Voetgangers: onder voetgangers verstaan we o.a. rolschaatsers, skate boarders,
iemand op de step, personen met een kinderwagen, iemand met een hond aan de
lijn etc.
Bestuurders: alle weggebruikers, uitgezonderd Voetgangers. Dit zijn GEEN
bestuurders. Let op: iemand die met een paard of pony aan de hand loopt, is wel
een bestuurder, maar iemand met een fiets aan de hand is weer een voetganger.
Bestuurders van motorvoertuigen: zijn personen die een motorvoertuig besturen.
Let op: een bromfiets heeft wel een motor maar is geen motorvoertuig.
Busbaan of busstrook: mag je niet berijden.
Verdrijvingsvlak: mag je niet berijden.
Haaientanden: hierbij hoef je niet te stoppen, maar bestuurders op de kruisende weg
moet je wel voor laten gaan. Let op: voetgangers zijn geen bestuurders en hoef je niet
voor te laten gaan, tenzij er een voetgangersoversteekplaats is.
Gelijkvloerse kruising: hier mag je niet links of rechts afslaan, dus alleen maar recht-
door.
Ongelijkvloerse kruising: hier kruisen de wegen elkaar d.m.v een viaduct of een tunnel.
Dus wegen die elkaar kruisen maar niet op dezelfde hoogte liggen.