24
Auto-theorie
Het complete verkeerstheorieboek
Algemene bepalingen verkeerswetgeving
A
Ongelijkvloerse kruising
Dit zijn wegen die elkaar kruisen
middels een viaduct of bijvoorbeeld
een tunnel. Omdat er geen verbinding
is tussen de beide wegen, kan er ook
niet van richting worden veranderd.
Busbanen
Dit zijn rijbanenwaarop het woord‘BUS’
of ‘LIJNBUS’ is aangebracht. Indien de
rijbaan is aangeduidmet het woordBUS,
mag deze alleen gebruikt worden door
bussen, dus ook touringcarbussen. Het
gebruik voor andere voertuigen is verboden. Indien de rijbaan is aangeduid met het
woord LIJNBUS, mag deze alleen gebruikt worden door lijnbussen.
Busstroken
Dit zijn rijstrokenwaarop het woord ‘BUS’ of ‘LIJNBUS’ is aangebracht en gemarkeerd
met een doorgetrokken dan wel onderbroken streep.
Indien de rijstrook is aangeduidmet het woord BUS,mag deze alleen gebruikt worden
door bussen, dus ook touringcarbussen. Het gebruik door andere voertuigen is
verboden. Indien de rijstrook is aangeduidmet het woord LIJNBUS,mag deze alleen
gebruikt worden door lijnbussen.
Verdrijvingsvlak
Een gedeelte van de rijbaanwaarop schuine
strepen zijn aangebracht. Deze worden vaak
toegepast als het aantal rijstroken op een
rijbaanwordt verminderd.Meestal vindt dit
plaats nabij puntenwaarmeerdere rijbanen
samenkomen.Het is verboden omeen verdrij-
vingsvlak te gebruiken of erop te rijden.
Haaientanden
Haaientanden zijn voorrangsdriehoeken op
het wegdek, ook wel verkeerstekens op het
wegdek genoemd, die een gebod inhouden.
Meestal worden haaientanden in combinatie met voorrangsborden aangebracht.
Echter er kan ook alleen worden volstaan met het aanbrengen van haaientanden.
Haaientanden hebben zowel met als zonder voorrangsborden de volgende betekenis:
‘bestuurders moeten voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg’.
B6