7
Het complete verkeerstheorieboek
Motor-theorie
Verkeerskundige begrippen
Besluitvaardig rijgedrag
: Doortastend rijgedrag,
waarbij beslissingenworden genomen,met betrek-
king tot het aanpassen van de snelheid in combi-
natie met het inzicht waarmee verkeerssituaties
veilig worden opgelost. Het tegenovergestelde van
besluitvaardig rijgedrag noemen we twijfelend
rijgedrag.
Bestelauto
:Eenmotorvoertuig dat bestemd is voor
het vervoer van goederen waarvan de toegestane
maximummassa niet meer bedraagt dan 3500 kg.
Bestemmingsverkeer
:Bestuurders met als reisdoel
één of meer bepaalde percelen die zijn gelegen aan
of in de directe nabijheid van eenwegmet een door
verkeerstekens aangegeven gesloten verklaring
voor bepaalde categorieën bestuurders en die slechts
via deze weg zijn te bereiken, alsmede bestuurder
van lijnbussen.
Bestuurders
:Alle weggebruikers behalve voetgan-
gers.
Bijzondere manoeuvres
: Manoeuvres waarbij be-
stuurders het overige verkeer voor moeten laten
gaan, dus ook de voetgangers. Voorbeelden van
bijzonderemanoeuvres zijn inparkeren,uit stilstand
wegrijden, invoegen, uitvoegen of keren.
Blokmarkering
: Een markering van blokken die de
verschillende rijstroken van elkaar scheidt,zoals bij
een splitsing van wegen van een autoweg en op
invoeg- en uitrijstroken. Zowel het invoegen als het
uitvoegen is een bijzondere manoeuvre, waarbij
richting moet worden aangegeven.
Bochtschild
: Een rechthoekig of vierkant bord met
daarop een rode pijl die een scherpe bocht naar
links of rechts aangeeft.
Brombakfiets
: Een bromfiets op drie symmetrisch
geplaatste wielen, met twee voorwielen met een
diameter van meer dan 60 cm., die alleen gebruikt
wordt voor het vervoer van goederen en van een
eventueel achter de bestuurder gezeten duopas-
sagier.
Bromfiets
:Een voertuig op twee of drie wielenmet
een verbrandingsmotor dan wel een elektromotor
met een constructiesnelheid van 45 km/u. Bestuur-
ders moeten in het bezit zijn van rijbewijs AM.
Bestuurder en passagier dragen verplicht een helm.
Brommobiel
: Een bromfiets op meer dan twee
wielen, voorzien van een carrosserie, herkenbaar
aan een ronde plaat met rode randmet daarop het
getal 45. Het gebruik van een autoweg dan wel
autosnelweg is verboden.
Bufferstrook
: Een extra rijstrook die kan worden
opengesteld om te voorkomen dat een file vóór een
knelpunt zo lang wordt dat hij andere verkeers-
stromen gaat blokkeren. De file wordt breder en
over meer stroken verdeeld en daardoor korter. De
snelheid op een rijstrook ligt lager (in vergelijking
tot de oorspronkelijke situatie),auto’s kunnen hier-
door dichter op elkaar rijden.
Busbaan
: Een rijbaanmet daarop aangebracht het
woord ‘BUS’ of ’LIJNBUS’. Het gebruik daarvan is
alleen toegestaan voor bestuurders van lijnbussen
en autobussen.
Busstrook
: Een, door een doorgetrokken dan wel
onderbroken streep, gemarkeerd gedeelte van de
rijbaan waarop het woord ‘BUS’ of ’LIJNBUS’ is
aangebracht. Alleen lijnbussen en autobussenmo-
gen gebruik maken van een busstrook.
Carpoolen
: Het deelgebruik van de auto, voorna-
melijk voor het woon-werkverkeer. Het verdelen
van de autokosten over de inzittenden is een be-
langrijk kostenvoordeel. Carpoolen wordt ook vaak
gezien als een oplossing voor het fileprobleem.
Centrifugale kracht
: Is de kracht die lijkt te werken
op voorwerpen die een gekromde baan volgen. Als
een motor bijvoorbeeld een bocht maakt, moeten
de banden de grip leveren om de motor te doen
afwijken van een rechte lijn; hoe scherper de bocht
of hoe groter de snelheid,hoe meer grip er nodig is.
Cruise control
:Een uit de vliegtuigindustrie afkom-
stig middel om de snelheid van de motor vast te
zetten,zodat men zelf geen gas hoeft te geven. Het
wordt uitgeschakeld door te remmen of te ontkop-
pelen (op motorfiets niet gebruikelijk).
Deelstreep
: Verkeersstreep die de rijstroken voor
het verkeer in dezelfde richting scheidt.
Defensief
rijgedrag
: Rijgedrag van bestuurders die
rekening houden met fouten van anderen.
Dertig km-zone
: Een zone waar de woonfunctie
voorop staat en die zo is ingericht dat de snelheid
van 30 km/u niet mag worden overschreden.
Dode hoek
: Delen van het totale gezichtsveld die
vanuit de bestuurdersstoel slechts beperkt zichtbaar
zijn, zoals naar achteren en opzij, zelfs niet met
behulp van spiegels.
Doelgroepstrook
: Een rijstrook bedoeld voor een
bepaalde groep wegdeelnemers. We kennen in
Nederland de volgende doelgroepstroken op
autosnelwegen:de vrachtautostrook,de busstrook
en de carpoolstrook.