23
Het complete verkeerstheorieboek
Motor-theorie
Algemene bepalingen verkeerswetgeving
A
Ongelijkvloerse kruising
Dit zijn wegen die elkaar kruisen
middels een viaduct of bijvoorbeeld
een tunnel. Omdat er geen verbinding
is tussen de beide wegen, kan er ook
niet van richting worden veranderd.
Busbanen
Dit zijn rijbanenwaarop het woord‘BUS’
of ‘LIJNBUS’ is aangebracht. Indien de
rijbaan is aangeduid met het woord
BUS,mag deze alleen gebruikt worden
door bussen, dus ook touringcarbussen.
Het gebruik voor andere voertuigen is verboden. Indien de rijbaan is aangeduidmet
het woord LIJNBUS, mag deze alleen gebruikt worden door lijnbussen.
Busstroken
Dit zijn rijstrokenwaarop het woord ‘BUS’ of ‘LIJNBUS’ is aangebracht en gemarkeerd
met een doorgetrokken dan wel onderbroken streep.
Indien de rijstrook is aangeduidmet het woord BUS,mag deze alleen gebruikt worden
door bussen, dus ook touringcarbussen. Het gebruik door andere voertuigen is
verboden. Indien de rijstrook is aangeduidmet het woord LIJNBUS,mag deze alleen
gebruikt worden door lijnbussen.
Verdrijvingsvlak
Een gedeelte van de rijbaan waarop schuine strepen
zijn aangebracht. Deze worden vaak toegepast als
het aantal rijstroken op een rijbaanwordt verminderd.
Meestal vindt dit plaats nabij puntenwaar meerdere
rijbanen samenkomen. Het is verboden om een
verdrijvingsvlak te gebruiken of erop te rijden.
Haaientanden
Haaientanden zijn voorrangsdriehoeken op het
wegdek, ook wel verkeerstekens op het wegdek
genoemd, die een gebod inhouden.Meestal worden
haaientanden in combinatie met voorrangsborden
aangebracht.
Echter er kan ook alleen worden volstaan met het aanbrengen van haaientanden.
Haaientanden hebben zowel met als zonder voorrangsborden de volgende betekenis:
‘bestuurders moeten voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg’.
B6