7
Het complete verkeerstheorieboek
Auto-theorie
Basisbegrippen
Aanhangwagen
: Een voertuig dat wordt voortbe-
wogen door een ander voertuig of bestemd is om
door een ander voertuig te worden voortbewogen.
Opleggers worden ook als aanhangwagen be-
schouwd.
Aanliggend fietspad
: Een fietspad dat door een
smalle voorziening of berm, gescheiden is van de
hoofdrijbaan.
Adviessnelheid
: Een plaatselijk toegepaste snelheid
om aan te geven met welke snelheid er veilig kan
worden gereden onder gunstige omstandigheden.
Afdekongeval
: Een afdekongeval kan ontstaan door
een situatie waarbij een ander voertuig of obstakel
het zicht ontneemt.
Afslaan
: Een verandering van richting waarbij be-
stuurders die willen afslaan hun voornemen daar-
toe tijdig en duidelijk kenbaar moetenmaken,door
het geven van een tekenmet hun richtingaanwijzer
dan wel met de arm.
Agressief verkeersgedrag
: Een tot de ergste vorm
behorende agressiviteit,zoals:snijden bij het inha-
len,over de vluchtstrook rijden of inhalen,door het
rode verkeerslicht rijden, bumperkleven, onnodig
claxonneren en soms opzettelijk een ongeval ver-
oorzaken.
Alcohol
:Een drank die via de mond en de slokdarm
in de maag komt en daarna in de dunne darm. Via
het bloed komt de alcohol in de hersenen terecht,
waardoor het van invloed is op het menselijk gedrag,
zoals: verminderd reactievermogen, afnemend in-
schattingsvermogen evenals zelfoverschatting en
overmoedigheid.
Algemeen veiligheidsartikel
: Dit artikel verbiedt
zowel het in gevaar brengen almede het hinderen
van verkeer op de weg. Zelfs gedrag dat om welke
reden dan ook gevaar of hinder kan veroorzaken is
strafbaar gesteld (art. 5WVW).
Ambulance
:Eenmotorvoertuig dat is ingericht om
te worden gebruikt voor ambulancevervoer. Be-
stuurders van ambulances die optische en geluids-
signalen voeren, vallen onder de categorie
voorrangsvoertuigen.
Anticiperen
: Vooruitzien, vooruitdenken, herkennen
en instellen van de situaties en/of uit voorzorg al
handelen. Kortom,verder kijken dan uw neus lang is.
APK
: Een periodieke keuring voor personenauto’s,
tot een toegestane maximummassa van 3500 kg,
die drie jaar of ouder zijn en gekeurd moeten wor-
den door een erkend keuringsbedrijf.
Aquaplaning
: Het verschijnsel van een dunne wa-
terfilm, die ontstaat tussen de banden van het rij-
dende voertuig en het wegdek, waardoor het
contact van het voertuigmet het wegdek verbroken
is en het voertuig daardoor onbestuurbaar wordt.
Asstreep
: Een verkeersstreep die de rijstroken voor
het verkeer in deze en in tegengestelde richting
scheidt.
Autobus
: Een motorvoertuig dat is ingericht voor
het vervoer van meer dan 8 personen, waarbij de
bestuurder niet is inbegrepen.
Autogordels
:Gordels die verplicht gedragenmoeten
worden ombij ongevallen de kans op ernstig letsel
te beperken dan wel te voorkomen.
Autosnelweg
: Een weg die wordt aangeduid door
het bord G1
, waar een maximumsnelheid geldt
van 130 km/u tenzij door borden anders aangegeven.
Autoweg
: Een weg die wordt aangeduid door het
bord G3
, waar een maximumsnelheid geldt van
100 km/u tenzij door borden anders aangegeven.
Bandenspanning
: Een onjuiste bandenspanning
heeft een extra slijtage tot gevolg en geeft een
verschil tussen rolweerstand en adhesie met het
wegdek, waardoor scheeftrekken bij het remmen
het gevolg kan zijn.
Bebouwde kom
:Een situatie waarbij door het bord
H1
aangegeven wordt dat er een dorp of stad
wordt binnengereden en door het bord H2
aan-
gegeven wordt dat een dorp of stad weer verlaten
wordt. Binnen de bebouwde komgelden er andere
snelheden dan daarbuiten.
Beginnende bestuurders
:Beginnende bestuurders
moeten een rijvaardigheidsonderzoek ondergaan
als ze, binnen vijf jaar, drie maal een verkeersdelict
plegen. De geldigheid van het rijbewijs kanworden
geschorst en er kan een onderzoek naar de rijvaar-
digheid opgelegd worden.
Beginnersrijbewijs
: Een rijbewijs voor beginnende
bestuurders die voor het eerst een rijbewijs halen
en waarvoor de eerste 5 jaar na uitgifte afwijkende
en strengere regels gelden.
Belading
: Een onjuiste belading van het voertuig
heeft een negatieve invloed op het rijgedrag,omdat
het zwaartepunt van het voertuig daardoor wordt
verlegd.