Theorieboek voor het auto rijbewijs - page 9

9
Het complete verkeerstheorieboek
Auto-theorie
Basisbegrippen
Doorgaande rijbaan
:Een voor rijdende voertuigen
bestemd weggedeeltemet uitzondering van fiets-
paden en fiets-/bromfietspaden.
Doorgetrokken streep
:Een streep die is aangebracht
tussen rijstroken of paden met verkeer in beide
richtingen.Bestuurders mogen een door-getrokken
streep niet overschrijden.
Doorsnijden militaire colonne
: Een militaire co-
lonne bestaat uit een aantal militaire motorvoer-
tuigen dat zich achter elkaar bevindt en voorzien
is van de vereiste herkenningstekens.Weg-
gebruikers mogen eenmilitaire colonne niet door-
snijden.
Drugs
: Middelen die het bewustzijn veranderen,
waardoor gebruikers kunnen gaan hallucineren.
Het rijden onder invloed van drugs is zeer risicovol
en daarom verboden en strafbaar.
Dubbel parkeren
: Het parkeren van een voertuig
op de rijbaan naast een ander geparkeerd voertuig.
Eénzijdig fietspad
: Dit zijn fietspaden die aan één
zijde van de weg liggen en in beide richtingen kun-
nen worden bereden.
Erf
:Een gebied gelegen binnen de bebouwde kom,
waar wonen en spelen voorop staan.Demaximum-
snelheid, die er mag worden gereden, bedraagt 15
km/u.
Europees schadeformulier
: Een formulier ter af-
handeling van een ongeval met schade.
Evenwichtsvoertuigen
: Fietsers en in iets mindere
mate brom- en snorfietsers en motoren zijn even-
wichtsvoertuigen. Daardoor kunnen zij gaan slin-
geren. Zij hebben snelheid nodig om in evenwicht
te blijven.
Fiets-/bromfietspad
: Een pad aangeduid door het
bord G12 a
, dat verplicht gebruikt moet worden
door:fietsers,bromfietsers en snorfietsers en even-
tueel door bestuurders van een gehandicapten-
voertuig.
Het pad is verboden voor alle andere bestuurders.
Fietsstrook
: Een, door een doorgetrokken dan wel
onderbroken streep, gemarkeerd gedeelte van de
rijbaan waarop afbeeldingen van een fiets zijn
aangebracht.
File
: Een rij voertuigen van een behoorlijke lengte
die met gelijke snelheid achter elkaar rijden en
waarvan de rijsnelheid wordt bepaald door het
verkeer ter plaatse.
Functielampen
: Lampen die gaan branden als de
autowordt gestart en zodoende de diverse functies
kunnen worden ingeschakeld, zoals: grootlicht,
dimlicht, waarschuwingslampen (etc.)
Gebruik richtingaanwijzer
:Bestuurders vanmotor-
rijtuigen hebben de verplichting omeen tekenmet
hun richtingaanwijzer te geven bij: het wisselen
van rijstrook, het inhalen, het wegrijden vanuit
stilstand,bij het in- en uitvoegen en bij alle belang-
rijke zijdelingse verplaatsingen.
Gedragingen
: Het is bestuurders verboden zich
zodanig te gedragen, dat gevaar op de weg wordt
veroorzaakt of kan worden veroorzaakt, of dat het
verkeer op de weg wordt gehinderd of kan worden
gehinderd. (art. 5WVW)
Gehandicapten
:Hieronder wordt verstaan:blinden,
slechtzienden,rolstoelgebruikers,moeilijk lopende
personen, doven en slechthorenden, evenals ver-
standelijk gehandicapten.Alle bestuurders moeten
hen op een voetgangersoversteekplaats voor laten
gaan,als zij bij een oversteekplaats of trottoir staan
te wachten en op het punt staan over te steken.
Gehandicaptenvoertuig
: Een voertuig,‘niet zijnde
een bromfiets’ en niet breder dan 1.10 meter. Het
voertuig is ingericht voor het vervoer van een ge-
handicapte en is niet uitgerust met eenmotor,dan
wel met eenmotor waarvan de constructiesnelheid
niet meer bedraagt dan 45 km/u.
Gele doorgetrokken streep
: Een streep die een
verbod aangeeft om stil te staan.
Gele onderbroken streep
:Een streepwaar stilstaan
is toegestaan, maar parkeren verboden.
Gelegenheidsvoorrang:
Bij verkeerssituaties waar
meer dan twee voertuigen bij betrokken zijn, kan
het voorkomen dat een voertuig gelegenheidsvoor-
rang kan krijgen. Zo kan het zijn, dat voertuig A
voorrangmoet verlenen aan voertuig B,maar toch
kan doorrijden, omdat voertuig B moet stoppen
om voorrang te verlenen aan voertuig C.
Gelijkvloerse kruisingen
: Gelijkvloerse kruisingen
kunnen zijn uitgerust met verkeerslichten en drem-
pels of worden aangelegd als rotonde. Om een
goede afwikkeling van het verkeer te krijgen, zijn
er voorrangsregels ingesteld.
Gelijkwaardige bestuurders
:Bestuurders, die voor
wat betreft de voorrangsregels in dezelfde catego-
rie vallen,zoals:bestuurders vanmotorvoertuigen
onderling, bestuurders van trams onderling en
overige bestuurders onderling.
1,2,3,4,5,6,7,8 10,11,12,13,14,15,16,17,18,19,...34
Powered by FlippingBook