13
Het complete verkeerstheorieboek
Auto-theorie
Basisbegrippen
Snorfiets
: Een bromfiets die is geconstrueerd voor
een maximumsnelheid van 25 km/u.
Sociaal verkeersgedrag
:Is het op een goedemanier
omgaanmet medeweggebruikers en is het tegen-
overgestelde van a-sociaal verkeersgedrag.
Spitsstrook
:Een vluchtstrook die op bepaalde tijden
is aangewezen om te fungeren als rijstrook. Na
sluiting zal de spitsstrook weer de functie van
vluchtstrook vervullen.
Spoorvorming
: Beschadigingen aan het wegdek
door intensief vrachtverkeer,meestal voorkomend
op de rechterrijstrook. Bij regenval zal dit leiden tot
plassen en daardoor contactverlies van de banden
met de weg.
Standaard glas
: Glazen die zijn afgestemd op het
soort drank dat eruit gedronken wordt, zoals bier
uit een groot glas met 5% alcohol en jenever uit
een klein glaasje met 33% alcohol.
Stopafstand
: De afstand die nodig is om een voer-
tuig tot stilstand te brengen.De stopafstand bestaat
uit de reactieafstand en de remafstand.
Stopteken
: Een door middel van aanwijzingen ge-
geven teken door een politieagent,danwel uit een
politievoertuig aangebrachte transparant met het
woord ‘stop’,‘stop politie’, of door een verkeersbri-
gadier gegeven stopteken met het bord F10
waaraan gehoor moet worden gegeven.
Stopzicht
: De afstand waarover een weggebruiker
de weg moet kunnen overzien om eventuele ob-
stakels vroegtijdig waar te nemen, zodat vroegtij-
dig stoppen mogelijk is.
Strafbepaling
: Bestraffing en/of veroordeling van
een bestuurder van een motorvoertuig, brom-/
snorfiets of fiets variërend van een geldboete, een
rijontzegging tot een gevangenisstraf.
Stuurhouding
: Een houding die belangrijk is en
wordt verkregen na het instellen van een goede en
juiste zithouding,waardoor de bestuurder ontspan-
nen achter het stuur zit.
Suggestie-fietsstrook
:Een fietsstrook gelijkend op
een gewone fietsstrook,waar de afbeeldingen van
een fiets ontbreken.
T-100 bus
: Een autobus, die zodanig is ingericht en
door die inrichting in aanmerking komt voor een
maximumsnelheid van 100 km/u. Zo’n bus heeft
alleen zitplaatsen en geen staanplaatsen.
T-aansluiting
: Een aansluiting waarbij één van de
beide wegen doorloopt en een andere ‘met een
hoek van 90 graden’ aansluitende weg niet.
Tapers
: Twee of meerdere uitrijstroken van een
autosnelweg, waarbij de linkerrijstrook niet stopt,
maar overgaat in de rechterrijstrook van de door-
gaande weg.
Tijdelijke gele strepen
:Strepen die tijdelijk zijn aan-
gelegd,zoals bij wegwerkzaamheden,enwaarbij de
maximumsnelheid dan verlaagd is,ter bescherming
van de wegwerkers en het materieel.
Toe- en afritten
: De weg waarover het verkeer de
snelweg kan verlaten, noemen we afrit en via een
toerit kan het verkeer de snelweg bereiken.
Toerenteller
: Een meetinstrument dat de omwen-
telingssnelheid van een as aangeeft. Deze snelheid
kan worden aangegeven in Hertz. Door tijdig en
op het juiste moment te schakelen, blijft het toe-
rental laag.
Tram
: Een aan rails gebonden voertuig, waarvoor
afwijkende voorrangsregels gelden.
Tramlichten
: Speciale verkeerslichten die alleen
gelden voor bestuurders van trams, lijnbussen en
autobussen, die gebruik maken van de busstrook.
Tunnelblik
: Een vernauwing van het deel van het
gezichtsveld als gevolg van het gebruik van alco-
holhoudende drank.Dit leidt tot een beperking van
het gezichtsveld tot een rond, tunnelachtig gebied.
Twee seconden regel
: Een methode waarbij de
bestuurder simpel kan berekenen wat een veilige
volgafstand is.
Tweezijdig fietspad
:Fietspaden die aan twee zijden
van de rijbaan zijn gelegen.
Uitrijstrook
: Een door een blokmarkering van de
doorgaande weg afgescheiden weggedeelte dat
bestemd is voor bestuurders die de doorgaande
rijbaan willen verlaten.
Uitrit/inrit
: Een uitgang voor voertuigen van een
gebouw of perceel naar de openbare weg of de
ingang voor voertuigen vanaf de openbare weg,
die door middel van een doorlopend verlaagde
trottoirband van de kruisende weg is afgescheiden.
Uitstappende passagiers
: Passagiers die willen
uitstappen vanuit een stilstaande tram of bus.
Uitvaartstoet
: Een rouwstoet of uitvaartstoet is
een stoet gevormd door rouwendemensen,die de
overledene naar zijn laatste rustplaats vergezellen,
meestal vergezeld van een aantal volgauto’s, die
voorzien zijn van een herkenningsteken. Het door-
snijden van een uitvaartstoet is niet toegestaan,
dit om het nodige respect te tonen.